Er komt een appje binnen op m’n telefoon.
“Hoe gaat het met je?”
Ai. Dat vind ik een lastige vraag. Hoe gaat het eigenlijk met me? Wel goed, geloof ik. Probleem is alleen dat ik dan altijd het gevoel krijg dat ik daarvoor bewijzen moet aanleveren. Alsof je omstandigheden je mentale gesteldheid bepalen.
Zoiets als:
‘Ja toppie! Want: mijn bedrijf loopt als een tierelier, het geld klotst tegen de plinten, met mijn lieve, leuke, woest aantrekkelijke vriend gaat het ook hartstikke top. Fijn huisje, wollige Bernersennenhond en Audi A1 erbij: alles pallettie! Hoe is het met jou?’
Alleen: die vlieger gaat voor mij dus even niet op.
Ik bedenk me wat mijn antwoord dan zou kunnen zijn.
‘Nou, ik voel me eigenlijk best wel ok. Ik ben dan technisch gezien misschien dakloos, 33 jaar oud en woon weer bij mijn ouders, maar dat vind ik eigenlijk wel gezellig en bovendien heb ik geen zin om in coronatijd weer in m’n eentje ergens drie hoog achter weg te kwijnen. Daarnaast heb ik nu even weinig opdrachten en daardoor heb ik financieel betere tijden gekend, maar ja, dat komt ook wel weer goed. En tja, verder verveel ik me af en toe dood en heb ik gewoon zin om weer een keer tot 6 uur ‘s ochtends te dansen, sjansen en ouwehoeren in de kroeg, maar ja, wie niet in deze coronatijden. Ik ben hartstikke gezond, fit, meestal vrolijk en heb genoeg energie en ideeën om aan mijn dromen te werken. Dus ja, ik voel me over het algemeen best wel prima ook al zou je dat misschien niet zeggen gezien mijn huidige omstandigheden.’
En dus typ ik terug:
“Goed! Met jou?”